Het Zwarte Logboek Van De Kapitein
Het officiële Fool’s Log Book wordt nog steeds behoorlijk auto-gecensureerd, zowel wat tekst als video betreft. Er zijn immers nog zat steden die gastheer moeten spelen en wij willen hen niet voortijdig in paniek brengen. Daarom schrijft Uw schipper speciaal voor de leden van de Vereniging het echte logboek, met de echte verhalen. Twee-en-twintig afleveringen, van 15 April tot 18 September
Zwartboek 1 – Woensdag 15 April 2015
Eerst maar een kort overzicht van ons verblijf in San Sebastiaan. We hebben de stommiteit begaan er te zinken en werden net door de brandweer leeggepompt. Uw schipper zat in Tsjechië. De havendienst en scheepvaartinspectie staan sindsdien stijf van angst dat we blijven. De laatste is woedend dat ie helemaal niks te vertellen heeft over een schip onder Hollandse vlag (slopen die hap!). Hij hield ons twee jaar aan de ketting, hetgeen volstrekt illegaal was totdat ie erachter kwam dat het schip geen scheepsverzekering had. Zulks is volgens de Nederlandse wetgeving overbodig. Onze beschermheer “Culturele Hoofdstad 2016 van Europa” werd ondertussen door interne politieke twisten onthoofd. De Dienst greep meteen de futiele kans havengelden te eisen. En ze blijven pesten: van de week was het water op en de havenbonzen hielden de kraan dicht. Gelukkig zijn de havenarbeiders gewone mensen en lieten ons keurig de 14-ton bunker weer vullen. Straks weigeren ze weer de toestemming om de tribune op te zetten. Dus gaat nu het plaatselijk conservatorium onze afscheidsvoortelling organiseren en levert daarbij meteen een orkestje. Trouwens, de dienst kent onze rekensom uit het hoofd: geen show, dan geen geld, dan geen diesel en dan dus niet weg. De relatie is eigenlijk zo perfect dat we geen woorden meer nodig hebben: het is de krant die al twee weken achtereen ons vertrek aankondigt. Een golfje van opluchting door de haven. Van de futiele havengelden koop ik ze een hele dure champagne voor ze! Volgende week over de perspectieven van de komende zomerreis en over de bemanning die meer een bevrouwing is.
Zwartboek 2 – Woensdag 22 april 2015
De bemanning van de blauwe schuit bestaat vooral uit vrouwen, leuke Spaanse meisjes compleet met theaterschool maar nauwelijks met ervaring, of, erger nog, zonder van aanpakken te weten. Als ze het eten moeten maken doen ze het met zijn tweeën of drieën en dan duurt het nog dik twee uur. Het pretpark is afgelopen. De regisseur Leonid accepteert geen vijf minuten vertraging voor de repetitie. Iedere dag is weer een crisis, vaak tot tranen toe, zowat iedereen om de beurt. De enige kans om een fatsoenlijke show op poten te zetten. De hoofdrolspeler is van angst gevlucht. De regisseur weet wat hij wil. Beter nog, hij doet wat ie de afgelopen vijfentwintig jaar had moeten doen. Een soort wereldpremière. Nog drie weken te gaan. We blijven optimistisch. De Italiaanse costumière heeft luizen uit Guatamala meegenomen en de kleedkamer besmet.
Zwartboek 3 – Woensdag 29 April 2015
De luizen zijn van de voorplecht naar de achterplecht overgesprongen, vooralsnog onderdeks. De schipper met zijn vriendin bovendeks zijn nog gevrijwaard, waarschijnlijk omdat ze de zeemeisjes niet ter troost hoeven te omarmen. De regisseur heeft ook geen last want nauwelijks haren. Woensdag verscheen een paginagroot artikel in een landelijke Baskische krant onder de kop: “Hef De Ankers!”. Dit is het klassieke Spaans bevel maar klinkt hier zowat als “Wegwezen!”. Het ging deels over de “desencuentro” (misontmoeting,) met de de havendienst en de “contratiempo” (tegenslag) met het bureau Europese Culturele Hoofdstad. Binnen het uur belden twee Baskische nationale TV-stations en twee radiozenders voor een reportage. Ze weten dat we er zijn – nu we vertrekken. Er kwam ook een Portugese zeeman langs van het visserschip naast ons, om de geruchten te melden die rond de baai gaan. Zijn kapitein vertelde dat de havendienst in twee partijen verdeeld is: de ene kant wil dat we zo snel mogelijk opstomen terwijl de andere partij beweert dat we niet zeewaardig zijn en er achterstallige havengelden gedokt moeten worden. Dat kan nog heel spannend worden. Van hier tot het zeegat zijn 11 minuten… Goed nieuws is dat de nieuwe hoofdrolspeler Peer Gynt een veteraan is van de boot. Hij heet Ander, een Bulgaars zigeunerweesje tot Bask geadopteerd en opnieuw geadopteerd door de meisjes. Het slechte nieuws is dat ie niks Frans kent. Maar de première belooft doorgang te vinden.
Zwartboek 4 – Woensdag 6 Mei 2015
De stemming aan boord gaat op en neer als het getij: van vier meter onder straatniveau steken we er dan weer pontificaal bovenuit. Ook de berichten gaan op en neer. De juffrouw van de krantenkiosk weet te melden dat als we stiekem uitvaren de autoriteiten zich met mega-boetes op het schip zullen werpen. Maar die nachtelijke uitvaart was alleen aan dit zwarte, lieve logboek toevertrouwd….? Maar deze keer heeft de havendienst, om de tribune op te zetten. de vergunning afgeleverd die ze verleden jaar nog hadden geweigerd. Toen vertoonde de Oscar-winnaar met het publiek op bankjes zijn film tussen de masten. Nu kiest de Dienst eieren voor hun havengeld. Die Oscar-winnaar moest toen trouwens telkens de beamer aan het tij aanpassen want zijn mooie plaatjes liepen langzaam het scherm uit. Ander goed nieuws: zo’n negen maanden geleden verscheen er een Canadese boomstam in Schotse kilt. Hij werkte bij het Cirque du Soleil op bezoek in San Sebastiaan. Aan hem hebben we een nachtje de ‘Princess Suite’ in de tuin op het achterdek uitgeleend. Die nacht werkte ons lieftallig, lesbisch buurmeisje als barmeisje. Ze heeft nu een zoontje gebaard, niet de eerste of laatste liefde in zotheid geboren:… Zoonlief heeft aan boord vele broertjes en zusjes…
Zwartboek 5 – Woensdag 13 Mei 2015
Het scheepje kan varen! De havendienst is zó blij dat we vertrekken dat ze bijna smeken om de achterstallige havengelden te vergeten. Wonderbaarlijk, ze hebben eindelijk respect gekregen voor onze activiteiten. Werd met een dienstwagentje naar en van de laatste onderhandeling gebracht. Complimentjes en bedankjes. De scheepvaartinspectie is een ander hoofdstuk. Ze hebben me twee jaar aan de ketting gehouden met verhaaltjes over vaarbewijzen, scheepscertificaten en verzekeringspapieren. Er is intussen helemaal niets veranderd aan deze documenten, noch aan de conditie van het schip. En nu opeens mag ze varen. Een hoofdstuk leugens. En muiterij aan boord. De vier jonge actrices weigerden eenstemmig door te gaan als Ibsen’s tekst niet wordt aangepast. Voor vrouwonvriendelijk. De juffers zaten met een pen in de dramaturgie te krassen van de regisseur die in de beste Russische theatertradities gevormd werd. De jonkies durfden over ‘zijn trots’ te spreken zonder te weten dat ie op hetzelfde moment tot zijn zijn elleboog in hun stront zat te poeren, in een poging het toilet weer te ontstoppen. Voor de eerste keer in een kwart eeuw was de kapitein de boeman: zwijgen of van boord! Dat gaf de regisseur de kans de psycholoog en verzoener te spelen. De meisjes doorstaan dapper zijn stalinistische theatermethoden. Het toilet zit nog steeds verstopt met een halve eeuw roest.
Zwartboek 6 – Zaterdag 24 Mei 2015
Als het moet stomen we in twee uur richting Frankrijk op. Maar de scheepsinspectie heeft opeens, na twee jaar, in de gaten dat onze scheepsverzekering een lullige aansprakelijkheidsverzekering is. In de dik honderd steden in dik tien jaren geloofden de autoriteiten uit aller landen het papiergegoochel. Met wat we met die verzekering uitspaarden hadden een tweede schip kunnen kopen. Nu zijn we op tegenleugens betrapt, ontdekt, naakt. Dat kan nog heel spannend worden. Een nachtelijke uitvaart is uitgeloten omdat de Guardia Civil viermaal sneller vaart dan de trouwe haringlogger en zich niks aantrekt van de internationale wateren. Wordt onvermijdelijk vervolgd. Ondertussen is de show een groot succes geworden. We zijn met complimentjes overdonderd. Dat kan in Nederland nog heel leuk worden. Wordt hopelijk ook vervolgd. Wat eindelijk definitief is afgelopen is het titanengevecht met de strontstandpijp. Vijf loodgieters waren daarbij ingeschakeld. De 20 bar hoge druk luchtpijp, waarmee de motor gestart wordt, bevrijdde de standpijp van haar halve eeuw roestkoek.
Zwartboek 7 – Zondag, 31 Mei 2015
Wij zijn de havendiensten van Pasaia eeuwig dankbaar. Verleden jaar, om te pesten, kregen we niet de vergunning om de tribune op te zetten voor een filmvertoning van een Oskar-winnaar, die bij zijn première op de kade persoonlijk aanwezig was.. Dat scheelde ons mooi twee dagen van opbouw en afbraak van de tribune, voor een publiek dat makkelijk op wat bankjes paste. En nu alweer, vrijdagmiddag, waren de diensten te lui of te druk om nog een uitvaartvergunning af te leveren. Dit werd het grootste cadeau in jaren: een weekend vakantie als het ware. Nu hebben we voor het eerst in 26 jaar rustig éen uur cursus varen voor de artiesten kunnen inlassen. Een crew nog nooit zo goed voorbereid! Alle patrijspoorten eindelijk dicht. We vertrekken met een creatieve boekhouding en met een scheepsverzekering die geldig is tot 24 meter. De logger is zowat dertig meter. Vrijdagmiddag nog geloofde de dienst dat nog en daarom hadden we zo’n haast te vertrekken. Nu maar hopen dat morgenochtend, maandagmorgen, de verwarring deze belofte opnieuw waarmaakt..
Zwartboek 8 – Zondag 7 Juni 2015
Operatie “WegWezen” helemaal geslaagd. Een zeven-mans drumband op het voordek om daar luister bij te zetten. Een eervol vertrek door “La Puerta Grande” (de voordeur) , zoals de Spagnolen zeggen. De waarheid gonst later wel door de baai. Maar toen begon het. De prijs van drie jaar niet varen. Een brandje in de stuurhut – door een lekje in de uitlaat. Een haperende motor – door water in de dieseltank. Een schip vol pokken en zo op halve snelheid. Een klotsende motorkamer – door een lekje – gelukkig boven zeeniveau. Een bijna botsing in de sluis toen de motor uitviel terwijl een mega-jacht op volle kracht tegemoet voer. Opnieuw gered door Amsterdams allerbeste scheepsmonteur. In La Rochelle met open armen ontvangen. Een prachtig stadje! Daar betaal je dan 125 euro per nacht voor. Net genoeg om uit te rusten en eindelijk de gevreesde smartphone te kopen. Om de onderhandelingen met de autoriteiten aan te vatten. Dus meteen op anker. De baai is nog veel mooier dan het stadje. Aan boord vijf leuke grieten en twee kwart matrozen. Tijdens mijn laatste ankerbeurt verloor ik 900 kilo aan anker en ankerketting maar dat trauma is van een heel andere zee. Des Zondagmorgen werden de zotten wakker vet anderhalve zeemijl verder. Een krabbend anker. Gelukkig is de baai enorm. Hoe vaak betekent Azart ‘Geluk’? Heel snel leert de kapitein met zijn kwartmatrozen de anker-routine. Vannacht op ankerwacht. En vijftig meter ketting erbij…
Zwartboek 9 – Zondag 14 Juni 2015
De ganse week volledig geïsoleerd op anker. Niemand wil of weet de buitenboordmotor te gebruiken. Het tij en de wind verhoede iedere poging tot roeien. Maar aanloop zat. We zijn de Helden van de Baai! De ferry, met vijftig toeristen aan boord, maakt graag een kleine omweg om weer een matroos op te halen of af te leveren. Die moet dan naar het eiland om water te halen want dat is ook op. Het laatste bruine sapje uit de bunker. De brandweer op oefening kwam langs, menig visserman en natuurlijk ook weer de Fransche Douane. Da’s onderhand echt feest. Ze schamen zich oprecht weer dienstmatig een poging te moeten doen een kast overhoop te halen. Ik vertel ze dat diezelfde dag hun collega’s in Marseille bijeen zijn voor operatie FRONTEX. Dat zijn collega-douaniers, huisvader of huismoeder, die vrijwillig vluchtelingen gaan redden in de Middellandse Zee. Die moeten dus totaal onvoorbereid lijken en lijkjes uit het water plukken. ik lees ze les dat ze niet bij de vakbond zijn aangesloten en aldus, onbeschermd, vergiftigde Chinese containers moeten openen en onderzoeken. Als ze nu langsvaren zwaaien ze. Ook voer op de reddingsboot de totale jeugd van het eiland aan. Voor een “Theatraal Bezoek”. Zo’n twintig kinderen, van vier tot achttien. Dat zal ze nog lang heugen. Het probleem is dat ik de generator nauwelijks meer aan de praat krijg. Da’s de prijs van dik veertig jaar tabak. De enige kwartmatroos die het probeerde brak meteen zijn pink, open breuk. Nu komt ook de doctor van het eiland langs om zijn vinger te plakken.
Zwartboek 10 – Zondag 21 Juni 2015
Soms loopt alles, bij toeval, helemaal gesmeerd. Da’s ook een betekenis van Azart. Dankzij de directrice van een museum, de spin in het lokale web, kwam de technische dienst langs en kregen we pardoes de vergunning de tribune op te zetten en op te treden. De lokale Telegraaf kwam ook al langs, voor een fotoreportage. En honderden passanten komen ook langs, zich vergapend aan het schip en de theaterrepetities. Dat belooft nog wat. Het probleem is dat de Hollandse acteur zijn Frans nauwelijks in vier dagen op orde krijgt. Daar betalen die passanten dan 15 pleuro’s voor. Dat wordt hoog tijd, want de scheepskas raakt leeg. Die draait nog steeds op ons afscheidsfeestje in Spanje. Met de laatste pegels moest ik op een wrakke, geleende fiets naar de discount, zeven kilometer verderop, voor dertig kilo eten. Gelukkig dat de terugweg naar de haven altijd naar beneden gaat! Eindelijk weer eens vlees in de kombuis. De stemming aan boord is puik! De Russische regisseur heeft het gat in de motorkamer gelast. De tribune staat op de kade. Uit Catalunia kwam een zeeman langs die de veertientons waterbunker cementeert. Die bunker bunkert dan weer vijf jaar fris water.
Zwartboek 11 – Woensdag 31 Juni 2015
Een verlaat logboek vanwege een driedaagse zeereis. De Franse show staat. De arme hoofdrolspeler heeft in eén week zijn Franse les geleerd. Nu kan ie ècht gaan spelen. Het publiek is al enthousiast. Helaas nog héél weinig publiek. Dat komt ervan als je op het laatste moment binnenvaart en de lokale bourgeois geen moeite doet het zaakje een beetje te waarderen en te promoten. Alweer zo’n historische Franse stad geperverteerd tot toeristennest. Het hielp niet dat de plaatselijke VVV meteen langskwam om uitleg te eisen voor hun nieuwsgierige passanten. Aldus konden we nauwelijks de rekeningen betalen. De havendienst heeft het schip met vijf meter moeten verkorten om de rekening aan ons budget aan te passen. Ook konden we maar drie ton diesel tanken terwijl er veertien tot ingaat. Da’s een schandaal als je dat per groene liter voor 52 cent kunt krijgen. Dankzij onze professionele activiteiten.. En dat danken wij aan de Franse douane, die van vijand tot vriend werd. Beter vergeten hoe dat in Gibraltar toen nog 23 ouderwetse Hollandse centen kostte.. Maar een nieuwe handpomp kan er nog niet af. Die handpomp moet je elk uur tachtig keer schudden om 20 liter heerlijke groene diesel in de dagtank te krijgen. Een soliede, ouderwetse, koperen pomp die na zestig jaar wat sleets werd. Die lucht hapt en geen vacuüm meer pompt. We moesten daarom de reis in een klein stadje onderbreken. Konden we meteen de scheepskat Moretti ophalen die in La Rochelle gedrost was. De Russische regisseur wist weer een ouderwetse Russische ijzerdraad-oplossing: wat diesel in het ontluchtingsgaatje. Hij wil dat ik ouderwetse klisteerspuit koop maar met dat kromme trechtertje komen we ook wel in Holland. Zoo bereikte het schip Bretagne! We komen eraan!
Zwartboek 12 – Woensdag 8 Juli 2015
Douarnenez, Bretagne. Relax weekje vanwege een uiterst vriendelijk onthaal en omdat de show in de smaak valt. Je blijft natuurlijk wel als een echte zot keihard aan de slag. Het voorluik van vijftig kilo staal viel op het puntje van mijn rechter middelvinger. Nu mag ik in de show met een opgeven middelvinger. verpakt in vies verband. Dat valt enorm in de smaak. Dus die gag houden we erin. Altijd volk over de vloer, de buren van een theaterscheepje, de lokale fanfareband en de fine fleur, voor een feestje. Tijdens de theatrale rondreis door het schip trof ik godzijdank een zeeman die ons drie dagen verderop helpt varen. Dat kan ik niet in mijn eentje tussen een crew van vijf grietjes en twee andere artiesten. De kasten zijn vol maar de scheepskist leeg. Het schijnt dat de burgermeester van het volgende stadje ons opwacht, uit schaamte dat ie niks kan betalen. We komen dichterbij..
Zwartboek 13 – Woensdag 14 Juli 2015
De vijfdaagse reis naar het Kanaal werd, zoals gebruikelijk, een overlevingstocht. Door het langzame tempo was ik bang dat de diesel zou opraken. De motorolie raakte wel helemaal op maar met een magisch mengsel van restanten remolie, scooterolie, multigrade, two stroke en clutcholie bleef het beest aan de praat. Stom genoeg had ik wel twintig liter olijfolie ingeslagen, voor Nederland. Vergeefs probeerde ik nog op de radio aan een Frans marineschip tien liter te ontfutselen. Onderweg passeerde we de havenstad Boulogne-sur-Mer waar ik wist dat er een mini-sail zou plaatsvinden. We waren toevallig nèt op tijd om aan de parade van historische schepen mee te doen en kregen daar een nachtje slapen en de vijf liter cadeau. Alleen dankzij de Franse zeeman wist ik met windkracht zes de nauwe toegang tot Grand Fort Philippe binnen te varen zonder voor eeuwig op de pier te belanden. We werden enthousiast ontvangen, met systematisch dertien maaltijden voor een crew van acht. Eindelijk kaas en vlees! De ijskast puilt uit en de scheepskat is in zijn nopjes. Bij laag water valt het schip in de stinkende modder helemaal droog. Op zijn Hollands heet dat ‘met de kloten in de mast’. De Franse zeeman lapt ook het stuurrad op dat nu begint te draaien zonder dat de stuurketting meedraait. De Burgemeester nodigde ons allemaal uit om de nationale feestdag Quatorze Juillet in de Gemeentelijke feestzaal te vieren. Dit gat bevalt ons en belooft nog wat.
Zwartboek 14 – Woensdag 21 Juli 2015
De beloften zijn niet helemaal uitgekomen. Iedereen in het dorp was op de hoogte van de show maar vrijwel niemand kwam opdagen. We hebben een historische persconferentie belegd zonder pers. Bij het theatrale bezoek kwam éen mamma met een bangig dochtertje. Daarentegen zwelde de hoeveelheid voedsel en drank die werd aangedragen. Nog geen winkel gezien. Alle dagen vis. Dat begon met de mosselen in de gemeentelijke feestzaal. Dan de kabeljauw van de vissers, een doos varia van de visboer tegenover en maaltijd uit het gemeentelijk bejaardentehuis die iedere middag bezorgd wordt. En niet te vergeten de gerookte haring van Michelle. De gerookte haring die naar de meest sjiekte Parijse tenten gaat. Michelle is de Koningin Carnaval van het dorp. Zij schotelt in haar kroegje de hele crew volledige maaltijden voor. Dat kroegje puilt uit van meer prullaria dat in het scheepsruim past. Ze gaf ons van alles, van Mexikaanse hoeden, kimono’s, operagewaden, een harlekijn-kostuum tot een gigantische chocoladescheplepel die nu bij het keukengerei in de bezaansmast hangt. De Franse zeeman bleek bipolair te zijn. Hij is helemaal verliefd op de boot en de motor maar is manisch paniekerig over veiligheidseisen. Eerst scheldt ie me daarover uit en even later ontwijkt hij me in het gangboord als een bang hondje. Toen hij tegenover de havenmeester van Calais met zijn waslijst begon en met de haveninspectie dreigde heb ik hem van boord verbannen. Ter compensatie moest ik de havenmeester een uitvoerig psychologisch portret van zijn obsessies schilderen. Want ik was juist met die havenmeester in onderhandeling over deelname aan een maritiem feest volgend jaar juni. Dus kwam er een binnenvaartschipper uit Nederland om ons verder te helpen en in éen ruk door naar Arnhem te brengen. De stichting Historische Schepen biedt ons een mooi plekje aan de Rijnkade en de Arnhemse havendienst is enthousiast. Alleen vertelden ze er niet bij dat een kruiphoogte van zestien meter geen schijn van kans onder de bruggen maakt. Dat vertelde me de binnenvaartschipper die daarmee meteen zijn baantje kwijt is. Het ziet ernaar uit dat ons verblijf in Brugge aldus verlengd wordt. Daar zouden we een paar dagen de engelse versie van het stuk oefenen. Dat komt nog misschien mooi uit want Vlaanderen is het Moederland van de Zottenschuyt. Onderweg naar Vlaanderen zouden we nog even belastingvrije diesel tanken in Duinkerken. Op de verwachte inkomsten van Arnhem had ik 1500 euro geleend voor bijna drie ton, genoeg om in Juni voor het festival en een ècht flinke tankbeurt terug te komen. Ik zeg nog tegen de pompbaas van de visserscoöperatie dat er tonnen op de teller stonden. Hij hield vol dat het honderdtallen waren – tot de diesel uit het ontluchtingsgat begon te spuiten. Blijkt dat mijn hoofdbunker van acht ton er wel tien belastingvrij van kan hebben. Wilden ze dat er weer uitpompen. Zeg ik dat er een boel oude snackbarolie tussen zit. Uiteindelijk heb ik een schuldbekentenisje geschreven om een deel eind zomer en een deel volgend jaar Juni te betalen- mezelf op een kleine premie trakterend van 600 liter gratis. Er is ook een gepensioneerde scheepsmonteur aan boord gekomen. Hij was de Officiële Piraat van de Historische Scheepsparade in Boulogne-sur-Mer. Die zag meteen, onderweg naar Duinkerken, dat de zoutwaterpijp van de bakboordspomp was gesprongen – ver voorbij iedere hoop op flensjes of zwachtels. Had ik net in La Rochelle met een soort stofzuiger de hele bilge uitgezogen en zit ie weer vol vette modder. Gelukkig vaart de bonkige, oude dame ook over de stuurboordspomp. De perfecte aanleiding om thuis een kwart eeuw achterstallig onderhoud aan het pijpenwerk te contempleren. Wat een luxe om met een overvolle tank thuis te komen! De beste ballast is diesel. Het schip ligt lekker stabiel. Ze vaart lekker snel want zeeman Jaap had in de strontrivier alle pokken van de schroef en het roer gekrabt. De binnenvaartschipper heeft alsnog de schier onmogelijke taak verricht door ons in het donker en zonder kaarten door het kanaal naar Brugge te loodsen. Terug in de Lage Landen!
Zwartboek 15 – Woensdag 28 Juli 2015
Terug in de Lage Landen. De modderlanden. We varen pontificaal de laatste sluis binnen die ons op de Singelgracht van Brugge brengt, de Ringvaart. Maar de sluismeester zegt dat voorbij de sluis de officiële diepgang 2.40 meter is. Daar steken we met volle bak wel een halve meter onder uit. Dus varen we pontificaal de sluis achterwaarts weer uit. Dan ben je terug in het domein van de havendienst van Zeebrugge. Een mooie brief met het verzoek om de tribune aldaar op te zetten wordt dezelfde dag nog beantwoord door een tegenbezoek van de Havenmeester zelve, vergezeld door twee agenten. Of we binnen 24 uur wilden vertrekken. Omdat de binnenvaartschipper net ladderzat van zijn ‘Gentse Nacht” terug in zijn kooi was heb ik maar gauw maar 48 uur bedongen. Toen wist ik trouwens nog niet dat er boven Nederland een superstorm kwam aanzetten. Het nieuws dat we meteen naar Holland zouden varen sloeg bij de bemanning in als een bom. En ik meteen wat havendiensten bellen, IJmuiden, Haarlem of, het liefst, in Zaandam bij het vluchtelingencentrum. Een weekje stiekem eerder aankomen. Laat de geruchtenmachine maar draaien. Anders desnoods een weekje voor Pampus op anker. Maar de sluiswachter zei toen dat er vlak om de hoek best genoeg diepgang is. Dat ie ons vanuit de sluistoren wel een lijntje elektra geeft. Zijn baas was toch op vakantie! Dat er geen plek is voor de tribune maar dat we mogen optreden in de retro-bioscoopzaal van een vriendje van hem. In hartje centrum. Wat zijn die Belgen toch aardig! Dat begon al met de schipper die ons door het nachtelijke doolhof van de Zeebrugse haven loodst. Zelfs de Havenkapitein met zijn agenten begon grappen te maken over onze artiesten als zogenaamde zeelui. En al heel gauw vonden we een neogotisch kerkje waar we mochten optreden. Veel mooier dan de bioscoop. Maar ook hen moesten we helaas teleurstellen. Want we spelen in de pontificale Magdalena kerk. God’s Eigen Hoer. Het Brugse Bisdom stoot zijn kerken af want moet zich aan haar pedoschandalen blauw betalen. Als Mephistoles mag ik daar vanaf de prachtige in hout gebeeldhouwde preekstoel donderen. Dus voeren we pontificaal de laatste sluis weer binnen. Het nieuws dat we nog niet naar Holland zouden varen sloeg bij de bemanning in als een bom. Dat lijntje elektra was trouwens onze beste 64 Ampère-kabel die subiet door een binnenvaartschip fijntjes werd platgewreven. De hele sluis op tilt. De brug pontificaal de hemel instekend en het verkeer pontificaal van de ringvaart omgeleid. De Zotten te Brugge geland! Als het nu donker wordt trekken we een lijnske naar de dichtstbijzijnde lantaarnpaal die niet van de sluis is.
Zwartboek 16 – Woensdag 5 Augustus 2015
De koorbanken van de neogotische kathedraal leverde prachtige scènes en perfecte plaatjes op. Een verstilde voorstelling die het publiek ontroert. De pastoor in zijn nopjes. Hij was de enige die met zijn 112 kilo geen entree hoefde te betalen. Hij hijgde hoorbaar toen onze Oosterse buikdanseresjes tussen zijn koorbanken verschenen. Hij danste in zijn eigen kerk met het publiek mee. Na de laatste voorstelling nodigde hij ons op een biertje in de zogeheten “pub” van zijn sacristie uit. Op de schoorsteenmantel had hij ter decoratie een missaal opgeslagen bij ‘Officium Defunctorum’, de Dienst der Overledenen. Ik moest hem dat vertellen. Alzo werd een uniek proces van theaterrepetities afgesloten. Dat begon met de Spaanse versie waarin de regisseur Leonid geen woord Spaans spreekt en de hoofdrolspeler geen woord Engels. Dus dan voorspelen op zijn Russisch. In de volgende versie spreekt de regisseur nog steeds geen woord Frans en de hoofdrolspeler steenkolen. Pas in de Engelse versie verstaat iedereen iedereen en weet ie eindelijk wat we kramen. Maar om in de kathedraal te spelen bleek vanwege een weergaloze weergalm toch niet het beste idee. Zijn we net gewend buiten op de tribune zo luid mogelijk te spreken en dan moeten we opeens zowat fluisteren. Een masterclass in de beste Russische theatertradities. Taalverwerving is een andere masterclass. De belangrijkste voertaal aan boord verschuift langzaam van Spaans naar Frans naar Engels. De kapitein is de enige die gelijktijdig de vijf voertalen verstaat en zonodig, ook aan de grote tafel, voor een select gezelschap kiest. De echte masterclass is het samenwonen en samen creëren. De sleutel hiervan zijn de drie generaties, van twintigers, veertigers tot zestigers. Twee dagen voor de thuisvaart naar Amsterdam, om te voorkomen dat aldaar het zaakje zou exploderen, gooiden de laatsten de knuppel in het hoenderhok van de eersten. De hoenders vlogen op – maar ook weg! Hun paleis stortte in. Drie actrices die als buikdanseresje van Amsterdam droomden en voor het strand kiezen. De regisseur die alleen genoegen neemt met het maximale. Straks nog twee dagen in Amsterdam om een nieuw, uniek proces van theaterrepetities op te starten. Dat kan dan opeens, eventueel, in het Nederlands. De eerste, perfecte, casting is de Franse scheepsmonteur met zijn rode, zatte neus als Trollenkoning. Hij wordt trouwens ook onze sandwichman die in Napoleontisch uniform langs de Amsterdamse straten gaat zwerven om de thuisvaart van De Blauwe Schuyt te verkondigen. E La Nave Va !
Zwartboek 17 – Donderdag 13 Augustus 2015
Welkomsfeestje op het NDSM. Emotioneel weerzien met Amsterdam. Zoveel oude gasten gedreven door goede herinneringen. Een hele generatie van baby-burn jonkies die toen nog te klein waren. De Voorzitster van Stadsdeel Noord die het welkomswoord uitsprak. Ik dacht dat ze de secretaresse van de voorzitter was maar ze bleek echt de secretaresse van het volk Noord. De Waterpolitie die gelijktijdig langszij lag voor een alcoholtest van de hulpschipper. Velen vroegen me hoe de reis was. Welke reis? Tien jaar? Of de twee uur varen vanaf de laatste pleisterplaats IJmuiden? In die twee uur hebben we onze “Rampzalige Aankomst In De Haven” voorbereid, een aankomstceremonie waarin we onder begeleiding van de scheephoorns en scheepsklokken een houten anker uitgooien. Om dat weer terug te krijgen gooien we, in een keten van onbegrepen bevelen, peddels, reddingsgordels, zeelui en dan een lek roeibootje overboord. Een kanonschot veroorzaakt rook – en vuur en als de uitgeworpen brandslang niet blijkt te werken gaat de overgebleven bemanning druk met emmertjes in de weer. Als dan het schip zelf nog uitvalt wordt ze zogenaamd door het lekke bootje naar de kade gesleept. Velen ook vroegen me of ik me weer thuis voelde in Amsterdam. Ik voel me er helemaal thuis door het gracieuze onthaal op het NDSM. Hans de Hofdichter van Ruygoord zong er een ontroerend Loflied aan de Ongepastheid. Ik voel me daar zó thuis dat het idee om af te meren aan het Azartplein me opeens van schrik vervult. Nu ons plekje door het pontje is ingepikt wordt ik twintig meter verder naar de Surinamekade verbannen waar de winterzon zich nooit boven Loods Zes verheft. Zes maanden verbanning naar de schaduw zal ons tropisch project, dat in Zuid-Europa al flink is opgewarmd, ternauwernood overleven. Artikelen in wel vijftien kranten tot aan het Eindhovens Dagblad aan toe. Daar kan het schip niet eens komen. Met filosofische koppen als “Nar August Terug Voor Zijn Laatste Reis” of “We Zijn Gekomen Om Te Vertrekken”. Dat laatste om de autoriteiten gerust te stellen. Hoofdagent Molenaar van de waterpolitie liet al weten dat “Wij, de politie, de activiteiten van Azart zullen blijven monitoren”. Dit vanwege geluidsoverlast terwijl we allang sliepen. De Amsterdamse première werd een groot succes. Drie nieuwe actrices die het in twee dagen in de gaten hebben. Meer publiek dan drie Brugse kathedralen. De voorstelling grijpt de toeschouwer aan. Ze wordt hier nog twee keer beter. Een groots onthaal omdat de scheepsmonteur Niels me met een Amsterdam terugtrapfietsje opwachtte. Nooit meer remmen op klompen! Eindelijk weer een scheepsvrachtwagentje. En een kapitein die kans maakt om eens achter de skyline van Amsterdam centrum te geraken. Het uitzicht bevalt me zeer.
Zwartboek 18 – Donderdag 20 Augustus 2015
Welkom in Holland. Het eerste weekend verregende beide voorstellingen. De scheepskas staat nog steeds op de paar tientjes waarmee we aanvoeren. Maar de voorraadkasten puilen weer uit van fruit en groente en müsli. Wat een ongelofelijk voorrecht om nooit meer geld te hoeven tellen! De allerrijksten, de rijken, tot aan zelfs de allerarmsten durven daar niet eens van te dromen. Een wereldproject voor de prijs van een ambtenarensalaris. De voorstelling op de eerste dag van SAIL werd heel bijzonder. Het publiek op de tribune op een ponton dat zachtjes wiegelt en tegen de kade blijft bonken. Het vuurwerk dat losbarst als de Trollenkoning een orgie beleeft. Trouwens, met SAIL mag Azart niet varen. Azart is het enige schip dat een vaarverbod krijgt opgelegd. Dat is een persbericht waard! Daar hebben ze niet eens het recht toe! We zijn Amsterdams Ambassadeur Bij Uitstek, tien jaar lang Amsterdams maritiem erfgoed overzee propagerend. Jarenlang voeren we rond Griekenland met een achttien meter lang spandoek rond de tribune: I AMSTERDAM. Toen we in het jaar 2000 na een reis van vijf jaar uit Reykjavik terugkeerden voeren we voorop de scheepsparade, nog voor de bobo’s van het schip ‘Amsterdam’. Hebben de autoriteiten gevoel voor humor? Begrijpen ze het belang van een hofnar voor SAIL? Ik moest erg lachen dat ze voor SAIL het Azartplein hebben ingericht voor de pechgevallen, zeg maar, voor de brokkenpiloten met motorpech. En de Telegraaf die er bovenop zit.. Net als bij de kroning van kutje koning, toen het Azartplein werd toegewezen als een soort omheind reservaat waar je mocht protesteren. Het echte schandaal is dat het Amsterdams Havenbedrijf een privé bedrijf geworden is. Dan noem ik het syndroom “Edinburgh”: het grootste openlucht theater van de wereld is dolenthousiast dat we komen maar de geprivatiseerde havendienst vindt het teveel moeite, dat de ambtenaren van de zomer op vakantie moeten. Einde publiek bezit. En dan de tribune. Een splinternieuwe, dure, officiële tribune met alle papieren. Zetten we die in tientallen Europese steden op en zijn zie in Amsterdam bang dat ie wegwaait. Moeten wij een duur constructiebureau inhuren om ze duidelijk te maken dat die drie ton staal echt wel blijft staan. Publieke service?
Zwartboek 19 – Vrijdag 28 Augustus
Een gewone, intieme theateruitwisseling met het publiek lijkt bijna onmogelijk. Als het eindelijk droog is maakt SAIL van alle kanten lawaai, aangevoerd door de discokroeg tegenover. En vuurwerk daarbovenop. Maar het is gelukt de aandacht van het publiek te krijgen en vast te houden. Als het niet teveel moeite was zouden we de laatste zes shows in Den Haag en Middelburg nog in het Nederlands moeten doen. De vierde versie. Onze Franse actrice spreekt vloeiend Duits en Hollands zou ze best leuk vinden. Maar alle energie gaat met iedere regenbui en afgelaste voorstelling heftig op en neer. We geven ons aan de natuur over. Waren we net vrolijk de havenpier van IJmuiden voorbij of bleek de straffe zuidwester van windkracht 6-7 net teveel voor het bootje. “Zou je dat wel doen, jongens?” vroeg de verkeersleider nog vanuit zijn toren. Zou je dik tien uur moeten hobbelen als in de ergste kermisattractie waar je in vier uur heen kunt glijden. Voor drie van onze actrices werd het helemaal teveel. De eerste minuten gilden ze nog van opwinding maar dat sloeg al heel snel over in doodsangsten en schietgebedjes. Die zijn voor altijd voor de scheepvaart verloren Aldus voeren we pontificaal de sluis weer binnen en vonden een toevlucht in de kraakhaven ADM. De Havendienst geeft tegenwoordig officieel ontheffing voor zo’n kraakje. Toen we in Juni 2005 pontificaal met Matthijs van Nieuwkerk vanuit het nieuwe Bimhuis voor de wereldreis naar Marokko uitvoeren moesten we daar ook een paar dagen stiekem schuilen om het zaakje echt goed vast te sjorren. Door het straffe tegenwindje moesten we er wel drie dagen blijven. Allemaal vrienden en helemaal thuis. Tegenwoordig loopt daar de schoonzoon met een louche vriendje over het terrein. Dat is de schoonzoon van de geliquideerde vastgoedgangster die zich nu opmaakt het dorp ADM te vernietigen. Dat belooft een nieuwe Bungehuis-oorlog. In dat Bungehuis, verkwanseld aan de vastgoedmaffia, heb ik nog acht jaar Russisch gestudeerd. We zullen ons Vlaggeschip nu moeten uitrusten met confetti- en vuurwerkkanonnen. Door dat straffe tegenwindje vielen drie voorstellingen op het Haagsche in het water. De eerste voorstelling was een gastoptreden aan boord van een lokale theatergroep dat aan de Scheveningse oud-vissers werd aangeboden. Bij die reis naar Scheveningen trouwens was voor het eerst in achttien jaar Uw kapitein niet bij. Hij was naar een klein congres in België dat Europese theaterschepen probeert te verenigen. Het scheepje vaart nu helemaal vanzelf!
Zwartboek 20 – Donderdag 4 September
Tweede Binnenhaven, Scheveningen. Geen pers bij de persconferentie. De eerste show werd een privé voorstelling voor de vrienden van de hoofdrolspeler, de tweede voor de familie van de kapitein. Luxe theater op een luxe jacht. Twee Scheveningers bij de twee voorstellingen. Parels voor de zwijnen. Het concept is dood. De communicatie loopt van geen meter. Het hielp al niet dat we drie dagen later kwamen. Toch hebben we het flink geprobeerd. Dit was al het vierde bezoek aan Scheveningen. De laatste keer kregen we nog als allerlaatste schip een gratis beurt op de Scheveninger Hellingwerf voordat die ten prooi viel aan de stadsontwikkeling. Al maanden geleden waren we in overleg met het wijkcentrum, stadsdeel, museum, bibliotheek en de zorggroep ‘Respect’ over de herinneringen aan de vleetvisserij. We hebben de gemeenschap hiervoor het schip en de tribune aangeboden maar het theaterstuk, en bijbehorend potje werd uiteindelijk aangeboden aan een lokale theatergroep. Onze show was natuurlijk ‘te zot’ en ‘te engels’. Die wel op bezoek kwamen waren weer een boel heertjes op fietsen en scootertjes. Kletsen op de kade. Oud-opvarenden. Afhouders, matrozen, de motordrijver van de Deutsche Werke die er nog door de moffen werd ingezet. In dat perspectief is onze motor van een halve eeuw nog een jonkie. Ook op de Loskade in Middelburg, veertien uren vaart, geen pers bij de persconferentie. De communicatie loopt van geen meter. Het concept is dood. De enige die op de conferentie kwam was het wagentje van ‘Street View’ van Google. Hij draaide een rondje extra en vertelde dat we op Google Earth over een maand of twee aan de Loskade in Middelburg zijn. Die vingerwijzing hebben we begrepen. Nieuwe tijden, nieuwe kansen.
Zwartboek 21 – Donderdag 11 September
Fantastisch weekje in Middelburg. The Middle of Nowhere. Bij de eerste show kwam een publiek van vier bezoekers waarop we meteen besloten onze kostuums op te hangen en de tribune aan boord te brengen. Einde tour 2015, De kapitein bleef met twee matrozen achter. Een ideale plek om vijf dagen lekker rustig te wachten op een gunstig windje terug naar Amsterdam. Daar begint het circus weer. Op vrijdag kwam een bezoeker langs die de penningmeesteres bleek van een groot maritiem festival in een naburig stadje. Dan hebben we het over een weekend met een budget even groot als die van de hele afgelopen zomertour. Dan hebben we het over een publiek van duizenden. ‘s-Zondags kwam de directeur. zelve langs. Het lijkt erop dat we het festival gaan openen met onze welkomsceremonie, de ‘Rampzalige Aankomst In De Haven’. Van die rust kwam trouwens niet al te veel terecht. Het hele kantoor uitgeruimd en een hele scheepskist gevuld met paparassen. Schoon schip voor een nieuwe wereldreis. Met die paperassen maken we de kachel aan. Wat een schandaal om dat kacheltje al in de eerste septemberdagen te moeten opzetten! Schoon schip voor een tropische bestemming ! Naar Amsterdam voer Cor mee, speciaal bezoek. Begin jaren vijftig mocht ie als negenjarig jochie met zijn neef meevaren die hem een klomp gaf voor als ie moest kotsen. Begin jaren zestig voer ie uit op de SCH4. De SCH4 (ons schip) en de SCH195 (het schip van mijn machinist) was een duo van doordouwers, de enige rode loggers temidden hun zwarte zusters. In de herfst van 63 gingen ze nog eén weekje extra vissen. Daar kwamen ze in een orkaan van windkracht elf terecht, zonder kans om Scheveningen binnen te varen en moesten toen twee dagen steken om in Engeland te schuilen. Wij meerden donderdagmorgen bij het ochtendgloren af bij ons nieuwe stekkie naast Café Noorderlicht. Met een eigen voortuin van twee dekschuiten en een bramenbos. Met uitzicht op de Amsterdamse skyline. Met alle vergunningen van de Amsterdamse Gemeente. Het avontuur is begonnen ! Voorlopig, helaas, vooral een avontuur van paperassen.
Zwartboek 22 – Donderdag 18 September
Wind en regen. Het schip verbannen naar een verlaten havenkade. De kapitein verbannen naar het artiestenruim. Zwart Gat. Na zes maanden van reizen en show, drukte en artiesten opeens achtergebleven met een Franse zeeman die eindelijk eens al die laatjes, deurtjes en kastjes repareert. Dat zwarte ruim wordt een soort broedplaats van ellenlange projectbeschrijvingen. Het kacheltje snort. Tocht schijn er licht door de wolken. Een beetje fatsoenlijk artist project is vaak een heleboel marketing en weinig inhoud. Wij leiden aan het omgekeerde syndroom: een heleboel inhoud en ervaring maar geen marketing. We zijn weer eens helemaal blut maar zitten op een berg goud. De sleutel ertoe is de heilige drie-eenheid van een gedegen artistiek programma, een ‘community’ project met het netwerk van artiesten en lokaal publiek en een innovatieve communicatie middels nieuwe media. We gaan stagiaires aan boord halen.